Een gezin verwierf een stuk grond in de Vlaamse polders nabij de Schelde-loop. Zij ontwerpt meubels en interieurs, hij is meubelschrijnwerker, samen vroegen ze naast de gezinswoning ook een werkatelier en showroom. Het ontwerp werd opgebouwd door enkele nieuwe balkvormige volumes die door hun onderlinge plaatsing in het landschap woon- en werkzones afbakenen. Door onderlinge verdraaiing van de identieke balkvolumes en de licht hellende daken erboven, openen de ruimtes zich naargelang de oriëntatie om zichten en licht toe te laten. Tesamen, liggend in het landschap, vormen ze steeds een andere maar boeiende toevoeging aan de weidse horizon.